Pagina's

dinsdag 8 april 2014

The beautiful south of Thailand

En dan ineens is het april 2014 en ben je al op de helft van je halfjaar durende reis. Inmiddels heb ik Azië achter me gelaten en ben ik begonnen aan een geheel nieuw hoofdstuk; Nieuw-Zeeland. Hoewel ik momenteel met een fikse keelontsteking, koorts, veel pijn en bergen antibiotica in mijn tas dit verhaal in het park van Auckland aan het schrijven ben, doet dat niets af aan de positieve cultuurshock die ik ervaar. Voor het eerst in drie maanden heb ik het idee dat ik écht frisse lucht adem in plaats van uitlaatgassen, niemand me financieel afzet omdat ik blank ben en ik nogal underdressed ben in tegenstelling tot in Azië. Terwijl vrouwen hier rondlopen lopen in mooie kleding met bijpassende designertassen, kan ik niets anders dan jaloersmakend toekijken met mijn baggy broek, slobber T-shirt en make-up loze gezicht, welke in Thailand toch écht oke waren. Tegelijkertijd is het verademend om mee te maken dat je hier wordt aangesproken met 'Hey darling, How are you?' in plaats van 'hé you, tuktuk.. Marihuana?', je opgaat in de menigte en niet continu op je hoeden hoeft te zijn of je van je sokken afgereden wordt door taxi's. En dan heb ik het nog niet eens over de simpele dingen als gewoon je wc papier door te kunnen spoelen en water drinken uit de kraan. Hoewel ik de laatste week helemaal klaar was met rochelende Aziaten om me heen, moet ik bekennen dat ik misschien tóch wel een beetje die gekte van Azië mis... zeker omdat de laatste paar weken in het zuiden van Thailand zó fijn waren. 



Vanuit Cambodja, waar ik het laatst over geschreven heb, ben ik naar Bangkok gevlogen. In tegenstelling tot mijn eerste, zeer negatieve, ervaring met Bangkok vond ik het nu alles behalve verschrikkelijk. Of dat nu kwam doordat ik inmiddels aan de Aziatische normen en waarden gewend was, of dat ik gewoonweg in een fijnere buurt zat weet ik niet, maar ik was blij om weer terug in Bangkok te zijn. Slechts een nacht geslapen in het fantastische Lub D hostel (tip!!) om vervolgens met de nachtbus en Ferry naar Koh Tao in het zuiden van Thailand te vertrekken. 
In Koh Tao liet ik me afzetten bij het, ietwat afgelegen, hostel 'SpicyTao'. Inmiddels was ik aan wat luxere hostels gewend, dus bij het zien van de meest basic kamers en bedden was ik weer back in business. Maar ondanks de wat minder luxe uitrusting, is het echt een van de leukste hostels op Koh Tao waar je veel mensen ontmoet. In de twee dagen die ik daar heb doorgebracht heb ik zoveel creatieve en, voor mij, inspirerende mensen ontmoet. De een was illustrator, de ander kunstenaar en kon daarnaast ook nog eens heel goed zingen en een ander meisje was echt een van de beste sing en songwriters die ik ooit heb gehoord. Samen met haar, haar gitaar en nog een ander meisje zijn we met zonsondergang op het strand gaan zitten waar ze de een na andere song wegzong, waanzinnig. Dan vraag ik me toch écht even af waar mijn creatieve talenten zijn gebleven. 
Na deze twee dagen ben ik naar de duikschool Davy Jones Locker gegaan om mijn PEDI-Open Water te halen. Een vierdaagse cursus waarna je tot achttien meter diep mag duiken, wat waarschijnlijk ook nog goed van pas komt in Australië (als ik het aan durf met al die witte haaien). De eerste twee dagen waren saai, veel theorie en oefenen in het zwembad. De derde dag was het tijd om mijn eerste twee duiken te maken. Na wat getreuzel van iedereen op de boot, een laatste safety check en een grote sprong in het water kon de onderwaterwereld beginnen. Hoewel ik in het zwembad nog een beetje benauwd werd van het ademen onder water, was dit in de zee compleet verdwenen. Mijn opvatting over de zee is helemaal veranderd. Het is niet eng en donker, maar het is een complete droomwereld waar je naar kan blijven kijken (net zoals backpacken trouwens). Allerlei soorten vissen in elke kleur en maat, evenals het koraal.. super vet!! Dus na mijn vierde duik, mag ik mezelf inmiddels benoemen als duiker.
Koh Tao is een van mijn favoriete eilanden van Thailand. 'S avonds op het strand geven ze hele gave vuurshows weg en naarmate de avond vordert, worden die steeds spannender. Rond een uur of 23.00 komt de ring of fire tevoorschijn, waar iedereen met een drankje te veel op doorheen springt om vervolgens kei hard op zijn of haar bek (gezicht, sorry) te gaan, nog van geluk sprekend als de brandende hoepel niet boven op je valt. En dan hebben we de brandende springtouw nog niet eens besproken. Ik heb echt met ingehouden adem toe staan kijken hoe elke willekeurige zatlap, met of zonder syntetische jurk, door die hoepel of springtouw sprong. 
Samen met Manouk heb ik mijn laatste dag Koh Tao heel goed afgesloten. Met de scooter zijn we naar een heel ander punt van Koh Tao gereden, om vervolgens aan een van de mooiste baaitjes te liggen van Thailand (daar waar bovenstaande foto is genomen). Precies wat je wil op een eiland; wit strand, een blauwe zee en palmbomen. 


Vanuit Koh Tao ben ik verder gaan reizen met Manouk naar Koh Phangan, daar waar de beruchte fullmoon party gehouden wordt. Waarom snap ik niet zo goed, want ik heb echt veel betere feestjes meegemaakt. Hoewel ik het prima naar mijn zin heb gehad snap ik persoonlijk niet waarom iedereen laaiend enthousiast wordt van een overvol strand met bezopen mensen, waar je je nauwelijks tussen kan bewegen en je continu in de gaten moet houden of je je gezelschap niet bent kwijtgeraakt tussende plassende mensen in zee. Een beetje overhyped allemaal, maar ik heb er het beste van gemaakt! De dagen voor de fullmoon en de feestjes in het hostel zelf waren een stuk beter.

Na Koh Phangan was het tijd voor Krabi, geen eiland (waar ik een paar dagen eerder pas achterkwam) maar gewoon op het vaste land. In Krabi hadden we echt een mega fijn hostel, Pak-Up hostel (tip!!) maar echt veel te doen was er niet. Maar dat maakte voor mij niet veel uit, want na drie maanden was ik razend enthousiast om eindelijk iemand van thuis te ontmoeten; Chris en Carla, vrienden van mijn ouders, die daar op vakantie waren. Omdat zij wél aan het strand verbleven moest ik een 'taxi' (lees: open busje voor tien personen) nemen, die helaas vol bleek te zitten. Maar geen probleem; ik ga wel veertig minuten achterop staan joh... dus over de openbare weg stond ik lekker achterop de bus uit te waaien, jammer dat dat in Nederland niet kan. 
Eenmaal bij Chris en Carla was het zó fijn, maar waar begin je in hemelsnaam met vertellen?! Dat zal ik straks ook wel hebben als ik thuis kom... wat vertel je over een reis van zes maanden? Maar gaandeweg kwamen er steeds meer verhalen in me op. Na twee hele leuke dagen vol relaxen, shoppen (sorry Chris), lekker eten, fijne gesprekken en een heeerlijk ontbijtbuffet (wat een luxe voor een backpacker) was het tijd om te gaan. Maar deze twee dagen voelde echt even als thuiskomen na drie maanden, dus nogmaals dankjewel daarvoor!! 



Tijd voor alweer het volgende eiland; Koh Phi Phi. Samen met Manouk en Lot zijn we hier drie nachten gebleven. Met zijn drieën in een top bungalow met één gigantisch bed; heel gezellig. Phi Phi is een ziek mooi eiland met allerlei verschillende stranden en eilanden eromheen, die je voornamelijk met een longtailbootje kunt bezoeken. Op een of andere gekke manier is het centrum van Koh Phi Phi gelijk aan een kruising tussen Salou en Chersonissos, wat ik persoonlijk echt heel zonde vindt voor zo'n mooi eiland als dat. Maargoed, wij zijn de beroerdste niet dus een avondje stappen op het strand zat er wel in. Het is bij die ene nacht gebleven, want ondanks dat het heel leuk was, hadden we het net zo leuk bij de bungalow met zijn drieën. En voor het gezelschap van al die gekken die dronken een bambootattoo laten zetten met de tekst 'never gonna die' hoefde we het niet nou ook niet echt te doen. 
De rest van de dagen hebben we tripjes gemaakt naar bijna alle omliggende eilanden en stranden van Phi Phi, gesnorkeld, zonsondergang bekeken om uiteindelijk in de meest heftige storm op zee te belanden in zo'n wankel longtailbootje. Omdat Lot helaas al naar een ander eiland ging, hebben Manouk en ik met zijn tweeën gekampeerd op een (bijna) onbewoond eiland; Bamboo Island. Overdag waren we al intens aan het genieten van het té helder blauwe water, het té witte strand en de meest fijne rust die er heerste. Dit gevoel werd alleen nog maar versterkt door naar een prachtige zonsondergang te kijken en onder een ziekelijk mooie sterrenhemel te kletsen onder het genot van biertjes en fijne muziek. Echt een van de fijnste en meest bijzondere momenten van het eilandhoppen in Thailand. 



Als laatste hebben we nog, als luxe backpackers, drie nachten geslapen in een resort op Koh Lanta om heerlijk niets te doen en te genieten van onze laatste dagen in het fijne zuiden van Thailand voordat we weer naar Bangkok moesten. 
Omdat ik mijn visum voor 1 april moest verlengen, had ik geen andere keus dan een week in Bangkok te blijven. Dus na een mega shopsessie op de zondagmarkt was het tijd om maandag 'even' mijn visum te verlengen bij de ambassade... nou laat dat 'even' er maar gerust af hoor. Goed opgewekt en vol vertrouwen zat ik in de taxi naar de ambassade van Bangkok ver buiten het centrum. 1 uur verder, een freak van een taxichauffeur rijker en driehonderd baht lichter... blijken ze verhuist te zijn! Andere kant van de stad? Ja joh, gaan we daar toch even heen. Dus weer een heleboel geld voor jan doedel uitgegeven, maargoed, na anderhalf uur was ik op de juiste plaats van bestemming. Eenmaal daar aangekomen zag ik zonder grappen iets van tweeduizend mensen... allemaal voor een visum. Dit gaat leuk worden. Dus na het invullen van formulieren mocht ik eindelijk in de rij gaan staan. Op het moment dat ik achteraan sluit komt er een klein aziaatje op me af: 'sorry mevrouw, maar die meneer voor u is de laatste. We hebben lunchpauze van anderhalf uur, dus u moet even wachten.' Are you kidding me?! Dus in m'n beste Engels heb ik haar gesmeekt om alleen mij nog aan de rij toe te voegen, maar nee.. Dat kon écht niet. Dus er zat niets anders op, wachtend in een ruimte zonder airco of ramen met tweeduizend anderen terwijl zij lekker een bord rijst naar binnen schuiven. Alsof het nog niet erger kon heb ik vervolgens een uur moeten wachten om een 'volgnummer' te krijgen om vervolgens tweeënhalf uur te moeten wachten om die stomme visum stempel in mijn paspoort te krijgen. Kom ik bij dat loket, zegt die vrouw doodleuk: 'over een uur is je paspoort klaar'. Ho, wacht even... nog een uur?!? Kan dat hier niet even wat sneller? Mijn god zeg. Nou ben ik niet de meest geduldige persoon op aarde, maar in de meest kleine, warme ruimte zes uur wachten met krijsende kinderen om je heen gaat echt nergens over. Dus een goede tip; ga aub niet je visum verlengen in Thailand!!!



Dat het zelfs aan de andere kant van de wereld een kleine wereld is blijkt wel uit het feit dat Bas en ik precies dezelfde dagen in Bangkok zaten. Dus samen met hem heb ik de Co van Kessel fietstocht gedaan, die al heel lang van plan was om te doen. Dit was echt het leukste wat ik in Bangkok heb gedaan; fietsen door de mega kleine straatjes waar je bijna door iemands woonkamer fietst. Heel bijzonder om nog mee te maken de laatste dagen van Azië. Deze dag is daarna nog even goed afgesloten met een stapavond op het foute Koh San Road.

En nu, nu vertrek ik als het goed is morgen met de Kiwi bus richting het zuiden van Nieuw-Zeeland. Eigenlijk zou ik vanmorgen mijn bus al moeten hebben, maar helaas was ik té ziek om mee te kunnen gaan.. dus morgenochtend hoop ik wel mee te kunnen. Het is frustrerend om met koorts en keelontsteking in bed te moeten liggen terwijl je weet dat je in een van de mooiste landen ter wereld bent en er niets van kunt zien. Dus ik ga snel slapen om morgen eindelijk Nieuw-Zeeland te kunnen ontdekken!!! X

Oja, hoewel ik in Azië overal WiFi had, is dat hier niet zo en moet ik bijna overal betalen voor WiFi. Dus als ik niet reageer, ben ik intens aan het genieten van alles om me heen zonder dat ik mijn telefoon nodig heb!! :)